Op 12 december 1919 neemt het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum het besluit dat de conciërge wordt belast met de uitvoering van de verzending van poststukken waarvan het portvrijdom door de directeur-generaal der Posterijen en Telegrafie bij schrijven van 15 november van kracht werd verklaard. De conciërge diende middels een stempel de portvrijdomstukken te waarmerken.