Afgebeeld is een briefkaart verzonden uit Parijs op 8 augustus 1924 met bestemming Groningen. In Groningen aangekomen bleek dat de geadresseerde niet in Nederland moest worden gezocht, maar in Nederlands-Indië. Zonder enige vorm van bijbetaling werd de kaart doorgestuurd naar Palembang waar hij op 26 september van dat jaar arriveerde. De vraag rijst op welke regelgeving het doorsturen zonder bijbetaling was gebaseerd.
Hoewel de afstand Parijs-Groningen en Parijs-Palembang enorm verschilt (600 km versus 11.000 km) is het briefkaarttarief in aanvang hetzelfde nl. 45 centimes voor een kaart > 5 woorden verzonden tussen 1 april 1924 en 16 juli 1925 omdat beide bestemmingen behoorden tot bij de UPU aangesloten landen. De vraag met betrekking tot de tarifering spitst zich dus toe op de kosten van doorzenden.
Voor de exacte regels moeten we terug naar de bron. Dat zijn de congresverslagen van de UPU en de afspraken die daar werden gemaakt. Het verslag over het Congres van Parijs (1878) vertelt ons dat artikel XX van het postverdrag voortaan als volgt moet worden gelezen:
… les correspondences de toute nature adressées, dans l’Union, à des destinataires ayant changé de résidence sont traitées par l’office distributeur, comme si elles avaient été adressées directement de lieu d’origine au lieu de la nouvelle destination …
Volgen nog opmerkingen over hoe en wanneer er extra port mag/moet worden geheven, bijvoorbeeld wanneer er niet of te laag was gefrankeerd. Ook het verdrag van Madrid (1920) dat voor deze kaart vermoedelijk nog net gold het jaar van verzending (1924) in aanmerking genomen kent dezelfde bepalingen als die van 1878: alle post juist gefrankeerd verzonden naar een bestemming van een UPU-land kan zonder bijbetaling worden doorgezonden naar een andere bestemming zolang het maar een bestemming binnen het UPU-gebied was.