De opkomst, ondergang en opstanding van Scheepjeswol
Scheepjeswol begon in 1799 als een wolkammersbedrijf in Veenendaal, en groeide uit tot een grote textielfabriek.
Het bedrijf kende zijn hoogtepunt in 1962 met ca. 900 werknemers en een koninklijk predicaat in 1949. Het ging failliet in 1988 door stijgende lonen en internationale concurrentie.
Na 22 jaar werd het merk in 2010 nieuw leven ingeblazen door familiebedrijf De Bondt en het is nu een wereldspeler van garens.
Veenendaal: De bakermat van Scheepjeswol
De geschiedenis van Scheepjeswol is onlosmakelijk verbonden met de stad Veenendaal in de provincie Utrecht. Al vanaf de tweede helft van de 15e eeuw tot het einde van de 17e eeuw waren turfwinning en bijenteelt de belangrijkste bronnen van bestaan in deze regio. Toen rond 1750 de veengebieden uitgeput raakten, verschoof de focus naar wolbewerking, wat de basis legde voor de bloeiende textielindustrie in Veenendaal.
In 1799 richtte Dirk Steven van Schuppen in Veenendaal een wolkammersbedrijf op, wat het officiële begin markeert van wat later Scheepjeswol zou worden. In die tijd was wolkammen en spinnen nog grotendeels huisnijverheid, waarbij boeren ruwe wol naar Van Schuppen brachten. Hij kocht de wol, liet deze door kammers en wassers bewerken, waarna vrouwen uit de omgeving de gekamde wol sponnen. De gesponnen wol werd vervolgens in het bedrijf geverfd en geweven.
Industriële productie
In de loop van de 19e eeuw onderging de textielindustrie een geleidelijke maar succesvolle transformatie van huisnijverheid naar industriële productie. Meer en meer machines werden geïntroduceerd. Een belangrijke mijlpaal was de introductie van de eerste stoommachine in Veenendaal in 1865, wat de productiemogelijkheden aanzienlijk vergrootte. Het bedrijf van Van Schuppen, later bekend als de Scheepjeswolfabriek, breidde zich uit en moderniseerde voortdurend.
Rond 1885, bijna een eeuw na de oprichting, had het bedrijf al zo’n 300 mensen in dienst. De naam van het bedrijf, dat na het overlijden van Dirk Steven van Schuppen werd voortgezet door zijn weduwe en zoon, veranderde in ‘Weduwe D.S Van Schuppen en Zoon’ voordat uiteindelijk de naam Scheepjeswol werd geïntroduceerd, rond de jaren 1930.
Deze vroege periode van Scheepjeswol kenmerkte zich door gestage groei en aanpassing aan het veranderende industriële landschap, waarbij het bedrijf een centrale rol speelde in de economie en werkgelegenheid van Veenendaal.
Bloeitijd en faillisement
In de tweede helft van de jaren 1960 nam de glorietijd af. De lonen in Nederland stegen snel, bij Scheepjeswol zelfs met 10% per jaar gedurende meerdere jaren. Deze kostenstijgingen konden niet volledig in de verkoopprijzen worden doorberekend, wat de winstgevendheid aantastte. Bovendien werd de vijfdaagse werkweek ingevoerd, wat leidde tot een daling van de productie. De jaren 1970 brachten nog meer ernstige problemen met zich mee. Goedkopere producten uit landen buiten Europa en een krimpende afzetmarkt zorgden voor hevige concurrentie.

Uiteindelijk leidden deze factoren tot het faillissement van Scheepjeswol in 1988.
Wederopstanding als Scheepjes
In 2010 nam familiebedrijf De Bondt, een groothandel in fournituren uit Tynaarlo, Drenthe, de merknaam Scheepjeswol over en blies het nieuw leven in. De wederopstanding van het merk, dat nu bekendstaat als Scheepjes, stelde handwerkers over de hele wereld in staat om opnieuw met de hoogwaardige garens te werken. De overname door De Bondt was meer dan alleen het voortzetten van een merknaam; het was een strategische herpositionering die het merk lanceerde naar internationale faam.
