Vele landen hadden postzegels van een ½ cent of een andere lokale valuta. Vaak werden die gebruikt als bijplakzegel. Ze waren ook weleens niet voorradig meer op het postkantoor en de zuinige briefverzender vond het maar niets om dan maar liefst een halve cent meer te moeten betalen. Hierdoor werd men creatief en in menig land zijn dan ook halveringen van 1c zegels te vinden.
Meestentijds waren het echter postzegelverzamelaars die hun kans schoon achtten om ‘iets moois’, ‘iets bijzonders’ te creëren. Soms werd het toegestaan, dan weer oogluikend toegestaan of gewoon verboden, met portheffing tot gevolg.
De hier afgebeelde envelop uit de VS is typisch zo’n geval: oogluikend toegestaan en door een filatelist verzonden.